IN RESIDENTIE VAN 01/10/2018 TOT 12/11/2018
INSTALLATIE TENTOONGESTELD VAN 09/11/2018 TOT 15/12/2018
In de herfst van 2018 ontvangt Fondation CAB Alexis Dahan (1982, Parijs) als derde kunstenaar-in-residentie, culminerend met een site-specifieke installatie in de entreehal.
Vijftig jaar geleden, tijdens de opstanden van Mei 68, verscheen er een slogan op tal van muren doorheen Parijs: “Onder de straatstenen, het strand”. Deze graffiti illustreerde hoe enkele activisten de kasseien verwijderden uit hun zandbed van cement, om er barricades mee op te heffen of om de politie ermee te bekogelen. Hoewel deze herinnering een poëtische nostalgie naar een ver verwijderd ideaal oproept, is het voornamelijk een mythe, een slogan uitgevonden door een adverteerder om de revolutie te verkopen.
“Parijs is slechts Parijs wanneer ze haar kasseien opgraaft”, schreef Louis Aragon in 1942. Veertig jaar later komt Julien Gracq tot de constatatie dat de mythe voorbij is: “Parijs was een mythe, een mythe die door de jaren stug bleef voortleven, maar die onlangs is doorprikt. De mythe ontstond in 1789, maar won vooral aan belang in 1830… verpakt in politieke oorlogszucht, het cliché “Parijs-is-het-licht-van-de-revoluties”, de mythe van de kasseien, de brandende, hete kasseien van Parijs, altijd klaar om de barricades te beklimmen, een explosief symbool voor de dynamiek van de stad. De gemeente van Parijs hernam dit onder de Derde Republiek, maar dit degradeerde uiteindelijk tot parodie temidden van de barricades van 1968.”
Gil Wolman, kunstenaar en uitvinder van de détournement techniek, schreef in 1979: “We zijn tegen de kracht van woorden tegen macht”. “Het strand” vervangen door “de kasseien”, impliceert aldus een tragikomisch effect.
Het romantische ideaal van de revolutie is gedoemd om te mislukken. Kunst die pretendeert de wereld te kunnen veranderen, is gedoemd te mislukken. Onder de weg ligt een andere weg, die nog moeilijker te bereiken is.Dit imaginaire pad reikt tot in de oneindigheid en nodigt uit tot zowel esthetische als intellectuele reflectie.
Wegen functioneren als een paradoxale vector van onze samenleving. Terwijl ze enerzijds een snellere communicatie tussen mensen en goederen faciliteren, belemmeren ze tevens de bewegingsvrijheid tot de plekken die ze verbinden. Ze stelden het Romeinse Rijk in staat te floreren en te gedijen door de snelheid van hun handelsroutes te vergroten, en hun legers in heel Europa te verspreiden. Ze hebben echter ook de grote Barbaarse invasies mogelijk gemaakt die een einde hebben gebracht aan dat Rijk.
Per definitie worden wegen nooit in beschouwing genomen voor wat ze zijn, maar louter voor de bestemming die ze je laten bereiken. Een weg eindigt nooit, hij maakt altijd verbinding met een andere weg in een ander kleiner of groter netwerk. Het netwerk van alle wegen, van paden tot snelwegen, is oneindig en verbindt ons allemaal.
Tegenwoordig geloof ik dat wegen, of ze nu virtueel zijn en dienen voor verhandelen van informatie in onze postmoderne samenlevingen, of net zeer reëel zijn en exponentieel gebruikt door migranten die aan oorlogsgebieden ontsnappen, het ultieme symbool van onze tijd zijn. Ik wil de weg voorstellen als een object op zich, waarbij zowel de bestemming als de oorsprong worden weggenomen.
A.D.
Alexis Dahan is een Franse kunstenaar en schrijver, en leeft in New York sinds 2005. Hij behaalde een Master in Literatuur en Filosofie in Parijs, en studeerde Journalistiek aan de New York University in 2007. Dahan had zijn eerste solo tentoonstelling bij Half Gallery in 2012. In 2013 nodigde de Dia Art Foundation hem uit om met zijn publieke installatie We serve selected texts plaats te nemen voor hun hoofdkwartier in Chelsea, NY. Sindsdien had Dahan acht solo-tentoonstellingen in de Verenigde Staten en in Europa, waaronder een commissie van het Art Production Fund, evenals een interventie met de Brandweerdienst van New York. In November 2017 ontving hij de Mass MOCA Residency, en was daarna kunstenaar-in-resdientie aan de International Studio and Curatorial Program (I.S.C.P.)
Als schrijver hield en publiceerde Dahan interviews met kunstenaars zoals Joseph Kosuth, Jeff Wall, Gabriel Orozco, Lawrence Weiner, Giuseppe Penone, Barbara Kruger en Adrian Villar Rojas.